zondag 14 juli 2024

Eenogig plankton nr. 3 reliëf 65x25cm gejut plastic

Plankton nummer 1 en 2 bovenaan in 't zwart zijn lichtobjecten.
Plankton nummer 3 is een assemblage zonder lichtbron, maar het daglicht valt er mooi doorheen.
Dit reliëf doet ook denken aan Afrikaanse maskers, als je het netje als contour van een hoofd ziet en het schepje als mond. Het oog steekt dan uit boven het hoofd als een soort periscoop.

  














 

zondag 7 juli 2024

Atlas sculptuur 36x44x24cm gejut hout plastic

Tijdens het maken van deze kleine sculptuur ontdekte ik in mijn zoektocht naar het verhaal over Atlas met die grote bol op zijn schouders dat er verwarring is in de literatuur over die bol. Is het nu een wereldbol of een hemelgewelf? Ikzelf dacht altijd dat het de wereld was die zwaar op zijn schouders drukte.

Annie M.G.Smidt schreef het boek Wiplala in 1957. Het is een fantasieverhaal dat zich afspeelt rondom een soort kabouter, een 'wiplala', die toevalligerwijs terechtkomt bij het gezin Blom in Amsterdam-Zuid. Wiplala kan dingen 'tinkelen'; omtoveren.  
In dit boek vliegt de per ongeluk sterk gekrompen familie Blom op de rug van een duif naar het paleis op de Dam in Amsterdam en landt naast een groot beeld. Het is een man met een grote bal op zijn rug. 
'Dat is Atlas,' zei hun vader. 'Atlas was een Griekse god en hij droeg de hele wereld op zijn nek. De hele aarde. Zie je wel, dat is de wereldbol.' Het mannetje Wiplala ‘tinkelt’ het beeld levend en Atlas grijpt zijn kans: legt de bol een momentje neer. 'Permitteert u dat ik even krab?' zegt hij. 'Ik heb al honderdvijftig jaar jeuk op mijn rug.'
Zo heeft Annie de geschiedenis een beetje naar haar hand gezet, want bij nader onderzoek blijkt het verhaal van de wereldbol niet aannemelijk. Toch is dit tussen de oren gaan zitten van menig Nederlander die Wiplala gelezen of voorgelezen heeft. En dus ook tussen mijn oren. Maar eigenlijk was niet Annie, maar het stadsbestuur van Amsterdam in 1664 schuldig aan geschiedvervalsing. Mogelijk omdat kunstenaars het hemelgewelf vaak als een bol afbeeldden, werd later regelmatig gedacht dat Atlas niet het hemelgewelf, maar de wereldbol droeg. Zo heeft destijds het stadsbestuur achteloos de opdracht voor het beeld op het Vredespaleis omschreven (zie artikel uit Ons Amsterdam van 24 juni 2001 Wat draagt Atlas?). Ze heeft waarschijnlijk de beelden van Atlas met bol verkeerd geïnterpreteerd, waardoor ook Annie op het verkeerde been is gezet.
De mythologische versie is dat in de Griekse oudheid Atlas als straf, omdat hij zich bij de Titanen aangesloten had en niet bij de Goden, van Zeus op de Westerse rand van de aarde moest gaan staan met het hemelgewelf op zijn schouders, zodat hemel en aarde gescheiden zouden blijven.
Persoonlijk, gezien de huidige ontwikkelingen op onze aardbol, lijkt het me een grotere straf met de wereld op je nek te zitten dan met de hemel.

Nu gaat het mij ook nog even om de figuur Atlas zelf; afgebeeld als een sterke man met gespierd lichaam.
Met mijn sculptuur van Atlas wil ik nog iets toevoegen aan de beeldvorming; Waarom ziet Atlas eruit als een gespierde adonis? Als je jaren het gehele hemelgewelf moet dragen is het niet aannemelijk dat je er altijd als een bodybuilder bij staat. Natuurlijk werd dit ideaalplaatje graag gebruikt in de wereld van de kunsten, maar ik laat graag de andere kant zien van het verhaal, het drama. En waarom was het überhaubt een man en geen draak of ander mythologisch wezen?
Met dit bescheiden beeldje van aangespoelde materialen heb ik Atlas ontdaan van alle kitsch.





 


dinsdag 2 juli 2024

Witkopoproller sculptuur 15.5 x 20 x 15cm gejut hout plastic leer

Deze Witkopoproller is 20 centimeter lang. Hij lijkt uiterlijk nog het meest op een kruising tussen een kever en een pissebed. Het lichaam bestaat uit segmenten en is zwartbruin glanzend. De kop is opvallend wit met een lang snuitje in tegenstelling tot de gewone huis-tuin-en-keuken oproller waarbij je nauwelijks voor- en achterkant van elkaar kunt onderscheiden. Bij verstoring rolt de oproller zich helemaal op tot een kogeltje. De meeste oprollers worden wel gevonden in tuinen en bossen, maar deze zeldzame Witkopoproller voelt zich meer thuis tussen aangespoelde materialen in een kunstzinnige habitat. Breng je een bezoek aan Museum Galerie RAT kun je hem daar zomaar tegenkomen.